De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, onder andere vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog meer bij kijken?
In de bv betaalt u vennootschapsbelasting over – kort gezegd – de behaalde winst. Over de eerste € 245.000 winst betaalt de bv in 2021 15% belasting, over het meerdere 25%. Pas als de bv de winst die na belasting resteert, uitdeelt aan de directeur-grootaandeelhouder (dga), moet de dga over de uitgedeelde winst aanvullend 26,9% belasting betalen. Daardoor wordt de totale winst in 2021 belast tegen 37,865 tot 45,175%. U bereikt dit tarief dus pas na uitdeling van de winst. Dit betekent dat het aantrekkelijk is om in de bv winst op te potten en dit pas uit te delen zodra u het als aandeelhouder nodig heeft. Op die manier heeft u renteloos uitstel van belastingbetaling! Bij verkoop van de bv of bij overlijden betaalt u op zijn laatst uiteindelijk belasting over opgepotte winsten.
Let op! Het oppotten van winst levert niet altijd een liquiditeitsvoordeel op en is niet altijd optimaal. Afhankelijk van de situatie kan het fiscaal voordeliger zijn om overtollige liquide middelen naar privé te halen.
Heeft u geen bv maar een eenmanszaak, maatschap of vof, dan betaalt u over de winst het progressieve tarief van de inkomstenbelasting. Onbelast oppotten van winst is dus niet mogelijk. U heeft wel recht op een aantal ondernemersfaciliteiten die de belastingdruk beperken. De belangrijkste is de zelfstandigenaftrek van € 6.670 per jaar. Dit bedrag mag u in mindering brengen op de winst, maar in 2021 tegen een maximumtarief van 43%. Dit tarief zal de komende jaren in stapjes dalen tot uiteindelijk 37,05% vanaf 2023. Voor de zelfstandigenaftrek is wel vereist dat u minstens 1.225 uur per jaar besteedt aan werkzaamheden voor uw bedrijf én dat dit meer dan de helft van het aantal werkzame uren is. Dit wordt het urencriterium genoemd. Deze laatste eis geldt niet voor starters.
Een andere belangrijke faciliteit is de mkb-winstvrijstelling van 14%. Hierdoor blijft 14% van de winst onbelast en is 14% van een eventueel verlies niet aftrekbaar. Ook deze aftrek is in 2021 beperkt tot maximaal 43% en vanaf 2023 tot maximaal 37,05%. Door de mkb-winstvrijstelling betaalt u maximaal 43,48% belasting over de behaalde winst, verminderd met de ondernemersfaciliteiten. De tarieven in de inkomstenbelasting zullen de komende jaren eveneens dalen, maar dat geldt dus ook voor de aftrekbaarheid van tal van faciliteiten.
Anders dan de zelfstandig ondernemer ziet de fiscus de dga als werknemer. Hij kan daarom in beginsel profiteren van de regelingen die ook voor ‘normale’ werknemers gelden.
Let op! Dit betreft met name kostenvergoedingen en het gebruik van de werkkostenregeling, waarvan dus ook de dga gebruik kan maken. Volgens deze regeling kan in 2021 3% van de fiscale loonsom tot € 400.000 besteed worden aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen en 1,18% over het meerdere van de loonsom boven € 400.000. De verhoging van het eerste percentage in 2021 betreft een tijdelijke verhoging vanwege de coronacrisis.
Vanaf 2022 kan 1,7% van de fiscale loonsom tot € 400.000 besteed worden aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen en 1,18% over het meerdere van de loonsom boven € 400.000
Heeft u een bv, dan bent u als dga verplicht een minimumbedrag aan salaris uit de bv op te nemen. Dit gebruikelijk loon is 75% van het loon van de dienstbetrekking die het meest vergelijkbaar is met die van u als dga of het loon van de meest verdienende werknemer in uw bedrijf, als dat meer is. Het gebruikelijk loon moet echter in 2021 minstens € 47.000 bedragen. Het gebruikelijk loon wordt belast in box 1, dus progressief.
Let op! Des te meer gebruikelijk loon u in aanmerking neemt dan wel in aanmerking moet nemen, des te minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.
Bovengenoemde is een korte samenvatting ten aanzien van de uitzonderingen, er gelden nog enkele aanvullende voorwaarden.
Hebt u als gevolg van de coronacrisis te maken met een omzetdaling, dan mag u het gebruikelijk loon in 2021 lager vaststellen. Wilt u in 2021 gebruikmaken van de verlaging, dan moet u in 2021 ten opzichte van 2019 een omzetverlies hebben geleden van 30% of meer. U stelt dit lagere gebruikelijk loon als volgt vast:
Gebruikelijk loon 2021 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet (exclusief btw) over heel 2021
C = de omzet (exclusief btw) over heel 2019
U mag aannemelijk maken dat het gebruikelijk loon lager moet zijn dan het loon volgens deze berekening. Bij twijfel of in bijzondere situaties kunt u contact opnemen met uw belastingkantoor.
Let op! De rekening-courantschuld of het dividend mag niet toenemen als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
Een voordeel van de bv is dat de aansprakelijkheid van de dga beperkt is tot het in de bv geïnvesteerde bedrag, oftewel de waarde van de aandelen. Formeel is de dga dus niet aansprakelijk voor de schulden van de bv, tenzij sprake is van wanbeleid. Tevens kan aansprakelijkheid jegens de Belastingdienst ontstaan bij het niet-nakomen van bepaalde verplichtingen, zoals het tijdig melden van betalingsonmacht. In de praktijk komt het echter voor dat banken, bij het verstrekken van een financiering voor de bv, eisen dat de dga in privé meeondertekent. Wanneer de bv haar schulden niet meer kan betalen, worden deze dan toch verhaald op het privévermogen van de dga.
Anders dan een gewone werknemer, is de dga in de regel niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Wanneer geen sprake is van ondergeschiktheid, een gezagsverhouding ontbreekt en de dga niet tegen zijn wil ontslagen kan worden, is er geen sprake van premieplicht. In dat geval zal hij zichzelf dus dienen te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, hoewel dit laatste vrij moeilijk is.
De dga is wel verzekerd voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) en moet hiervoor, net als de zelfstandig ondernemer, zelf de premies betalen. Voor 2021 is de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw vastgesteld op 5,75% van het premieplichtig inkomen, tot een maximum inkomen van € 58.311. De maximale inkomensafhankelijke bijdrage Zvw komt daardoor op € 3.353. Deze bijdrage geldt zowel voor de zelfstandig ondernemer als de dga.
Sinds enige tijd zijn de maximaal aftrekbare bedragen voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening beperkt. De ondernemer in de inkomstenbelasting en de dga kunnen hier allebei door worden getroffen. Het uitgangspunt is immers dat een maximaal pensioengevend salaris niet meer dan € 112.189 (2021) mag bedragen. Wilt u meer pensioen opbouwen, dan is dit niet meer fiscaal gefaciliteerd.
Tot 2017 kon een dga in de bv nog eigen pensioen opbouwen, ook wel pensioenopbouw in eigen beheer genoemd. Dit kan vanaf 2017 niet meer.
Sinds 2019 is de afschrijving op alle bedrijfsgebouwen in eigen gebruik voor bv’s beperkt tot 100% van de WOZ-waarde. Hierdoor kunnen bv’s minder afschrijven op hun bedrijfsgebouwen. Deze beperking geldt niet voor ondernemers in de inkomstenbelasting ten aanzien van gebouwen in eigen gebruik.
Er geldt wel een overgangsmaatregel voor bv’s, op basis waarvan drie jaar volgens het oude regime tot 50% van de WOZ-waarde mag worden afgeschreven als een gebouw vóór 1 januari 2019 door een bv in gebruik is genomen en er op dat gebouw nog geen drie jaar is afgeschreven.
De vraag wanneer u er als mkb-ondernemer verstandig aan doet om over te stappen naar de bv, is niet eenduidig te beantwoorden en hangt af van bepaalde individuele factoren. In het algemeen kan wel worden gesteld dat de overstap pas aantrekkelijk wordt in situaties waarbij een fors deel van de winst niet direct consumptief door de eigenaar-ondernemer wordt gebruikt. Het verdient dan vanuit fiscaal oogpunt veruit de voorkeur via de bv deze winst onbelast als reserves op te potten. De winst kan dan op een later tijdstip worden gebruikt voor bijvoorbeeld investeringen, een grote privéaankoop of om op een eerder tijdstip te stoppen met werken.
Tip! Hoewel individuele factoren bepalend zijn, kan gesteld worden dat het in veel situaties verstandig is bij een structurele winst vanaf ongeveer € 150.000 de overstap naar een bv te overwegen.
Cijfervoorbeeld: bij een winst van € 200.000 brengt u in de inkomstenbelasting eerst de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling tot de maximale aftrek in mindering. U betaalt dus over € 166.264 belasting. Dit is € 75.996.
In de bv vermindert u de winst van € 200.000 eerst met uw gebruikelijk loon. Dit stellen we op € 47.000. Hierover betaalt u als dga € 12.626 inkomstenbelasting. Over het restant betaalt de bv 15% vennootschapsbelasting, ofwel € 22.950. Deelt de bv de rest van de winst van € 130.050 uit aan u als dga, dan betaalt u hierover nog eens 26,9% belasting, ofwel € 34.983. In totaal betalen u en de bv in dit voorbeeld samen dus € 70.559 aan belasting als de winst direct wordt uitgedeeld. Dit is € 5.437 minder dan in de inkomstenbelasting. Dit verschil zal vanaf 2022 verder toenemen als gevolg van het feit dat de eerste schijf in de vennootschapsbelasting met een tarief van 15% gaat gelden voor winsten tot € 395.000. Pas bij een hogere winst betaalt een bv dan het tarief van 25% over het meerdere.
Let op! Om de berekeningen eenvoudig te houden, hebben we geen premies voor bijvoorbeeld pensioen en Zvw meegenomen.
In deze advieswijzer hebben wij de belangrijkste aspecten van de overstap naar een bv op een rij gezet. Het is echter onmogelijk om in deze vorm alle aspecten voldoende te belichten. Overweegt u de overstap naar een bv, neem dan contact met ons op.
Ondernemers gaan steeds vaker op zoek naar financiering die niet van banken komt, meldt Stichting MKB Financiering donderdag. Dat kan bijvoorbeeld via crowdfunding, financial lease of vastgoedfinanciering.
Het kabinet wil in 2023 zo'n € 15 miljard uitgeven aan maatregelen om de koopkracht te repareren. Dit melden bronnen rond het Binnenhof. De reparatie zou deels gefinancierd moeten worden door verzwaring van de lasten voor de ondernemer. Met name een stijging van het minimumloon met 10% en de verhoging van de vennootschapsbelasting over de eerste € 200.000 van 15 naar 19% zal de ondernemer waarschijnlijk gaan raken.
Welke fiscale maatregelen kunt u als ondernemer dit jaar nog treffen die voordelig voor u kunnen uitpakken? Hoe kunt u nu al slim inspelen op wijzigingen die vanaf 2023 gaan gelden? Tien praktische tips.